Goede arbitrage is cruciaal voor een goed en eerlijk spelverloop bij biljarten, ongeacht hoogte van het spelniveau, en ongeacht de discipline.
Nederland is in de gelukkige omstandigheid te beschikken over een aantal zeer goede arbiters.
In deze artikelserie spreken we enkele van deze toparbiters en vragen we naar hun ervaringen.
Vandaag één van onze meest vooraanstaande arbiters, Paul Brekelmans.
Paul, hoe lang bent u al arbiter, en hoe bent u begonnen?
Ik ben CEB- arbiter in het driebanden en arbiter 4 (nationaal arbiter) bij KVC. Begin 2011 ben ik begonnen als clubarbiter dus 6 ½ jaar actief inmiddels. Ik ben het meest actief in het driebanden.
Wat is er eigenlijk leuk aan arbitrage?
Bij iedere wedstrijd is er iemand nodig die toeziet of alles volgens de vastgestelde regels verloopt. Als je als arbiter, samen met de twee spelers een partij tot een goed einde weet te brengen, kan ik daar van genieten. Daarbij moet je zoveel mogelijk proberen die plaats op te zoeken voor het nemen van de juiste beslissing, zonder dat je daarbij zelf op de voorgrond treedt. Verder ben je als arbiter natuurlijk ook biljartliefhebber en wat is er nu mooier om tijdens een wedstrijd het spel op zo’n korte afstand te mogen volgen.
"Als je als arbiter, samen met de twee spelers een partij tot een goed einde weet te brengen, kan ik daar van genieten"
Arbitrage wordt wel eens omschreven als een ambacht: het betreft maatwerk en vereist o.a. spelregelkennis, psychologisch inzicht en een scherp waarnemingsvermogen. Wat is volgens u het kenmerk van een goede arbiter? En wat is uw eigen sterkste punt?
Vooral in het driebanden worden steeds meer wedstrijden live uitgezonden via internet streaming. Je hebt dan naast het arbitreren ook nog eens de opdracht om zoveel mogelijk rekening te houden met de camera’s, de tegenstander die op de stoel zit en natuurlijk het publiek. Je probeert hen zo min mogelijk het zicht te belemmeren. Zo stonden er tijdens de finale van de World Games in Polen bijvoorbeeld 13 camera’s rond de biljarttafel.
Tegelijkertijd wordt er ook nog verwacht dat je de tijdklok op tijd start en stopt en dat je het aantal caramboles blijft tellen. Dat vereist een bepaald inzicht, concentratie en stressbestendigheid. Verder dient een arbiter rust uit te stralen aan tafel, want veel spelers raken uit hun concentratie als een arbiter onrustig of nerveus is.
"Een arbiter dient rust uit te stralen aan tafel, want veel spelers raken uit hun concentratie als een arbiter onrustig of nerveus is"
Verder is het belangrijk dat je weet wat voor een speler je aan tafel hebt. Is hij wat trager in het afstoten, is hij juist heel snel, vraagt hij veel ruimte rond de tafel om zijn stootbeeld te bepalen. Allemaal dingen die je bij voorbaat al kunnen helpen bij een juiste opstelling. Een goede spelregelkennis maakt het plaatje dan compleet. Om bij jezelf een sterk punt aan te wijzen is moeilijk, maar dit zou misschien de concentratie kunnen zijn.
Wat is binnen uw discipline(s) een belangrijk aandachtspunt? Wat is in potentie iets dat conflicten kan veroorzaken bij uw discipline, en waar goede arbitrage onenigheid kan vorkomen?
In het driebanden is het afstoten binnen 40 seconden soms wel eens een probleem. Als een speler net buiten het signaal afstoot kan dit wel eens tot discussies leiden. Verder kan het ook nog wel eens penibel zijn indien bal 3 dicht tegen de derde aankomstband ligt. Heeft een bal dan eerst de derde band of toch eerst de bal?
In het driebanden hebben de meeste spelers veel respect voor elkaar en is de onderlinge kameraadschap en sportiviteit enorm. In de klassiek spelsoorten kan een stoot die een andere bal (te) dun raakt wel eens voor discussie zorgen en hebben we natuurlijk ook nog altijd de traditionele discussies over wel of geen biljardé.
"Men zegt altijd dat foutjes maken niet erg is, maar fouten niet toe willen geven wel"
In geval van twijfel over een al dan niet gemaakt punt, hebben spelers aan tafel dan nog een rol? Heeft het publiek een rol? Heeft u wel eens een beslissing teruggedraaid op basis hiervan? (En, kunt u hier een voorbeeld van geven? Mag ook van wedstrijden zijn die niet door u zijn gearbitreerd)
Het publiek heeft hier geen enkele rol in. Als de tegenstander vanaf zijn stoel goed zicht heeft op een situatie en de aan de beurt zijnde speler ook, dan kunnen ze je wel eens vragen of je beslissing correct was. Als arbiter moet je daar dan niet moeilijk over doen, want ook jij kunt wel eens iets verkeerd zien. Samen kun je dan tot de goede beslissing komen. Men zegt altijd dat foutjes maken niet erg is, maar fouten niet toe willen geven wel. Ik heb zelf eens een carambole gemist tijdens de GP Rosmalen omdat ik, na een vijfbander, op het moment dat de bal caramboleerde net met mijn ogen knipperde. Iedereen in de zaal zag de bal bewegen, behalve de arbiter. Ik heb dan ook maar snel mijn beslissing gecorrigeerd.
"Ik heb zelf eens een carambole gemist tijdens de GP Rosmalen omdat ik, na een vijfbander, op het moment dat de bal caramboleerde net met mijn ogen knipperde"
Welke arbiter is uw voorbeeld? (En waarom)
In het driebanden heb ik heel veel geleerd van Eric van Thiel. Hij heeft me altijd goede bruikbare tips gegeven. In de klassieke spelsoorten leer ik elke wedstrijd nog bij. Zowel aan de tafel, als tussen de wedstrijden in, door veel te praten met collega’s die het klappen van de zweep kennen. Ad van de Brand, Willem Hofman en Henry Thijssen staan altijd met goede raad klaar en daar maak ik dan ook graag gebruik van.
Welk toernooi/evenement was voor u een hoogtepunt? (En waarom?)
Ik heb al zoveel leuke evenementen mee mogen maken de laatste jaren. Mijn eerste finale in de Masters driebanden in 2015 tussen Jean van Erp en Raimond Burgman, mijn eerste World Cup (El Gouna 2016), het E.K. 2017 in Brandenburg en onlangs nog de World Games in Wroclaw. Maar ik kan ook ontzettend genieten van bijvoorbeeld de gezelligheid op het jaarlijks terugkerende N.K. driebanden groot voor dames.
"Tijdens de World Games heb ik voor het eerst in mijn carrière een gelouterde speler aan moeten spreken op een gedragsregel, maar als dit nodig is dan moet je dat ook niet uit de weg gaan"
Welke beslissing die u heeft genomen was het moeilijkst, of bent u het meest trots op? (Indien mogelijk, met korte uitleg van de situatie/beslissing)
Ik kan me geen moeilijke beslissingen voor de geest halen. Indien er tijdens een wedstrijd iets gebeurd, hoort daar nu eenmaal de juiste beslissing bij, of dit nu een moeilijke of makkelijke beslissing is. Tijdens de World Games heb ik voor het eerst in mijn carrière een gelouterde speler aan moeten spreken op een gedragsregel, maar als dit nodig is dan moet je dat ook niet uit de weg gaan.
Tekst: Rolf Slotboom
Foto's ©Alison Chang (World Games 2017, met ook Willem Hofman) en ©Ton Smilde (KNBB Kling Masters Driebanden 2016)