ROSMALEN - Het interview ging weer net zo vlot als de finale zelf. Therese Klompenhouwer haalde zondagmiddag in Rosmalen haar 14e nationale titel driebanden zonder er in al die jaren ooit ook maar één te verliezen. De wereld- en Europees kampioene, de enige profspeelster in dit gezelschap, stond ook nu weer twee dagen op eenzame hoogte. En natuurlijk wierp Therese zich weer op om na die gewonnen finale mee te denken over de toekomst van het damesbiljarten in Nederland. ,,Ze breken niet door, jammer genoeg, ze moeten werken, want ze kunnen hun geld er niet mee verdienen. En ze blijven stilstaan op het niveau waarop ze al jaren spelen. Dus wat moeten we doen? Haal de jonge meiden van 10, 12 jaar van straat, maak ze enthousiast voor biljarten, geef ze training en hoop dat er weer zo één komt zoals ik het heb gedaan.''
Hoe heeft zij, die nu al zo veel jaar de beste van de wereld is, dat gedaan dan?
Therese: ,,Ik was acht toen ik ging biljarten en tegen de twintig toen ik ging driebanden. Toen ik Europees kampioen werd, heb ik besloten om alles op biljarten te zetten. Dat wil zeggen: trainen bij de bond, bij Christ van der Smissen, 25 tot 30 uur per week spelen en trainen en met heel mijn ziel en zaligheid gokken op een profcarrière. Dat is me aardig gelukt, ik ben nu prof, ik reis de wereld rond en speel prachtige toernooien. Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat er niet meer meiden zijn die dit zouden willen.''
Zoals het nu al jaren is, gaat het op het NK tussen Therese en Karina Jetten, de enige speelster die haar af en toe kan bijhouden in een onderlinge wedstrijd. Dit keer ging dat voor wat de in België wonende Limburgse wat minder soepel. Therese: ,,Maar Karina heeft uiteindelijk toch weer een mooi toernooi gespeeld. We blijven gewoon de twee beste speelsters.''
Therese ging niettemin in de finale haast spelenderwijs naar haar 14e nationale titel. De veelbelovende 7-7 score in 7 in het begin werd na een plaagstoot van de kampioene snel omgezet in 17-7, wat na dat eerste offensief resulteerde in een comfortabele slotfase: na een serietje van zes werd het 25-9 in 17 en na een slot met vier 30-11 in 20 beurten (gemiddeldes 1.500/0.550).
Het was de finale die alle kenners wel hadden verwacht na de uitdunning van het veld van 25 naar acht en tenslotte naar de twee besten van het hele finaleveld. Maar de finale was vooraf gegaan door sterke optredens van de enige rivale die Therese tegenover zich had. ,,Ik heb natuurlijk wel zwaardere finales gespeeld tegen Karina (Jetten), maar had het wel moeilijk tegen Mirjam (Pruim), die lang bijbleef, maar uiteindelijk kon ik het toch weer goed afmaken.''
De jaarlijkse titelstrijd draaide uit op een finale met de twee beste speelsters van het nationale driebanden sinds jaren. Het voortraject met twintig Nederlandse dames werd onverwacht gedomineerd door de Zeeuwse Sylvia Eckel, die voor haar doen als een raket van start was gegaan, maar in de tweede ronde van kwalificaties een duikeling maakte die zelden is vertoond op het NK dames. Voor de kwartfinales kreeg het veld een metamorfose en verdwenen routiniers van de oudere garde uit beeld, met een palmares uit recente jaren, zoals Joke Breur, Monique van Exter, Monique Wilkowski, Sylvia Eckel en Ineke Kooistra.
Mirjam Pruim ging met dappere plannen naar de halve finale tegen Therese. Ze hield de score in balans tot 10-10, bleef aanklampen tot net boven de 20. Therese demarreerde in die laatste fase met een mooie losse band en tenslotte een serie van vier naar de finish: 30-23 in 35. Karina Jetten was de beste starter in die halve finale, hield Jetty Beersma voortdurend op een ruime afstand en maakte na 22-8 in 25 een eind aan de partij op 30-8 in 32.
Therese Klompenhouwer haalde na een matige aanloop in haar eerste poule in de kwartfinales verwoestend uit tegen Joke Martijn, die ze met 30-2 tot figurant degradeerde in 18 beurten met een gemiddelde van 1.666. Karina Jetten bleef in die ronde al aardig in de schaduw van haar grote rivale met winst tegen Pauline Beersma en een superieure marge: 30-7 in 23 beurten, 1.304 gemiddeld.
Mirjam Pruim versloeg een andere kanshebster voor het podium, Daisy Werdekker, met 30-20 in 59 (0.508), Jetty Beersma verraste Gerrie Geelen in een partij die op beurten werd beslist: 25-21 in 60 beurten.
De historie van het Nederlands dameskampioenschap leert dat Therese in 14 nationale kampioenschappen 9 keer de finale heeft gespeeld tegen Karina Jetten (2009, 2011, 2012, 2013, 2014, 2016, 2019, 2020 en 2021). Gerrie Geelen was tegenstandster in 2004 en 2015, Anja Wijnen in 2010, Loes van Dansik in 2017 en Joke Breur in 2018.
Het hoogste gemiddelde haalde Therese in het kampioenschap van 2020 met 1.260 gemiddeld, de tweede hoogste score na de 1.250 in 2016. Vier keer sloot ze een kampioenschap af met een hoogste serie van 9.
De scores van de vier finalisten op het podium (gemiddelde, hoogste serie):
1 Therese Klompenhouwer 1.092-6
2 Karina Jetten 0.820-5
3 Mirjam Pruim 0.596-5
4 Jetty Beersma 0.402-5.
Tekst: Frits Bakker
Foto's Therese Klompenhouwer, Karina Jetten, Mirjam Pruim: Ton Smilde