VIERSEN - De start van de Koreanen was briljant, de Nederlanders, de Duitsers en de Denen kwamen sterk uit het startvak, maar met nog drie dagen te gaan wacht nog een pittig gevecht om de medailles op het WK driebanden voor landenteams. De echte gouddelvers zijn er niet bij dit jaar in Viersen. De Zweedse prijsvechter, zeven keer winnaar in de geschiedenis met Torbjörn Blomdahl en Michael Nilsson en negen keer in totaal, werd niet geselecteerd, omdat de ranglijst voor landen werd gehanteerd in het deelnemersveld van 16 landen. De Belgen, aanvoerder van dat klassement, behoren tot de grote kanshebbers met Nederland, Zuid-Korea, Turkije en Duitsland.
De Koreaanse titelverdediger was de snelste starter op de eerste dag en heeft met Sung-Won Choi en Dong-Koong Kang twee geduchte rivalen voor de Europese concurrentie. Het thuisland Duitsland, met Martin Horn en Ronny Lindemann, had een walk-over tegen Colombia, de Belgen met Frédéric Caudron en Jef Philipoom mochten opwarmen tegen Libanon, Nederland met Dick Jaspers en Jean Paul de Bruijn hadden een sterk slot en de Turken met Tayfun Tasdemir en Semih Sayginer waren ondanks winst nog niet op hun best.
Toen UMB-president Mr. Farouk Barki op de openingsdag was uitgesproken vanaf zijn podium, ontrolden zich de eerste partijen in de arena, die in de eerste ronden een opvallend jeugdige aanhang op de tribunes zag juichen. Dat is traditie in de Festhalle: de opening is meestal een parade van jonge muzikanten en zingende schoolkinderen als warming-up voor de sportieve clash tussen de landen. Het veld is kleiner dan anders (van 24 naar 16 teams), waardoor grote landen als Zweden (Blomdahl) en Spanje (Sánchez) ontbreken en Marco Zanetti met Italië ook moet thuisblijven. Bovendien zijn de volgens de historie meest succesvolle teams van Nederland en België uit elkaar gehaald. De Belgen voeren de ranglijst van de laatste jaren onder meer aan door vier overwinningen van het koningskoppel Frédéric Caudron/Eddy Merckx. Dick Jaspers, twee jaar geleden nog winnaar met Jean van Erp, speelt nu met Jean Paul de Bruijn.
De andere toplanden die op dit WK zeker kunnen schitteren, zijn de Koreanen, de Turken en de Duitsers. Voor de regerend kampioen begonnen Choi en Kang onder meer dankzij samen gedeelde series van 10 en 9 met een klinkende overwinning op de andere Aziatische grootmacht Vietnam: 40-21 in 16. Nguyen Quoc Nguyen en Quyet Chien Tran hadden een te trage start om later de tegenstander nog te bedreigen. De Duitsers hadden Colombia nog strakker in hun greep in een partij die halverwege al was beslist en waarin de kloof op het eind werd verhoogd naar 40-10 in 26 beurten.
De andere Zuid-Amerikanen lanceerden zichzelf ook met verlies en tamelijk matige partijen: Peru tegen Turkije (40-24 in 36), Ecuador tegen Nederland (40-21 in 23). De lange reis was geen excuus, zei Javier Teran, die met Luis Aveiga toch al een aardige reputatie heeft. ,,De Nederlanders waren gewoon veel beter, omdat Dick Jaspers helemaal niets heeft gemist.'' Luis Aveiga had wel een slechte vlucht gehad: ,,Ik heb niet kunnen slapen, die vermoeidheid heb ik op het biljart gevoeld.''
Dick Jaspers, die de laatste jaren met wisselende teammaats speelt en al weken in een grootse vorm is: ,,Het is belangrijk om ook in dit spel je concentratie vast te houden, maar je mag elkaar af en toe wel eens wat voorzeggen. Het moet alleen niet te veel zijn, want we weten vaak zelf wel hoe we de ballen moeten spelen.'' Jean Paul de Bruijn: ,,We kennen elkaar al zo'n veertig jaar, daarom weten we wat we aan elkaar hebben. Maar soms hebben we elkaar ook nodig. Ik zeg echt wel eens tegen Dick dat hij een bal beter anders kan spelen en dan pakt het nog goed uit ook.''
Frédéric Caudron, heel wat kilo's lichter, en Jef Philipoom hadden met Belgieë een onverwacht taaie tegenstander aan Libanon, dat lang bijbleef (22-20) en tot het laatst op tien puntjes achterstand bleef staan (40-31 in 35). Jef Philipoom had een tipje voor de schoonmakers: ,,De ballen zijn niet schoon, daar hebben we veel last van gehad. Ze hebben machines, maar ze moeten ze ook benutten.'' In de laatste ronde van de vier poules kreeg Frankrijk met Jérôme Barbeillon en Cédric Melnytschenko in de slotfase de adem van de Japanners nog in de nek, niet genoeg om nog echt te dreigen: 40-34 in 32.
De Denen hadden met Tonny Carlsen en Thomas Andersen een voortreffelijke start tegen Griekenland en de twee jonge Egyptenaren Sameh Sidhom en Mohamed Abdin net baas over Oostenrijk met een slotserie van zes: 40-38 in 36. Tonny Carlsen: ,,Het is een mooie start, maar de weg is nog heel lang, we blijven bij de les.''